Vragen gesteld door verzamelaars die velen kunnen interesseren.

Op het drink fonteintje (blz: 109) staat Jecelin met C geschreven, daar waar in het boek steeds Jezelin ( met Z) geschreven word.

Antwoord: Dit heeft u goed opgemerkt, het is bij de inschrijving in het Belgisch bevolkings register dat het is fout gelopen, de ambtenaar heeft zich vergist en de naam opgetekend met Z. Alle documenten dewelke later ooit in Belgie werden opgesteld gebruiken dan ook de naam Jezelin met Z. Documenten ingevuld door Alfred Jezelin zelf bleef hij evenwel invullen met C , vandaar dat men steeds beide schrijfwijzes altijd zal terug vinden. Ja in het computer tijdperk van nu zou zoiets volledig onmogelijk zijn!!!

Bij de nummering van de nieuwe aanwinsten volgen de nummers elkaar niet op , ook ontbreken sommige nummers , krijgen we ook foto's van de ontbrekende nummers?

Antwoord: Sorry bij de opgave van de nieuwe exemplaren hebben we een vergissing gemaakt dewelke enkele dagen op de website heeft gestaan, er was enige verwarring over de ronde ballen met zonnetje en hun nummering , de ontbrekende nummers zullen we gebruiken voor de volgende aanwinsten die we zeker nog verwachtten!!

Bij het voorbereiden van de nieuwe editie is het nummersysteem vereenvoudigd.  Voor alle ronde ballen van dezelfde vorm wordt nu hetzelfde nummer gebruikt.  Hierdoor zijn heel wat nummers weggevallen. De omzetting staat achteraan in het boek. Die nummers zullen niet hergebruikt worden teneinde verwarring te vermijden.

Onze commentaar op de Luxemburgse productie blijft, daar zijn geen kerstballen geproduceerd. Bij de start was er waarschijnlijk wel de intentie maar deze is niet verwezenlijkt. We duiken even terug in ons archief van de opzoekingen en contacten met Luxemburg.

De mevrouw die de site www.industrie.lu beheert: Margot Befort is een bekwame dame die echter hélemaal niet geïnteresseerd is in de productie van Gremoglas. Laat staan over de fabricage van kerstballen. Zij beheert de volledige site waarop de vroegere industriële gegevens van de fabriek Gremoglas terug te vinden zijn. Wat we terug vinden op de site (http://www.industrie.lu/gremoglas.html ) is het opzoekwerk van haar medewerker J.M. Ottelé. Hij heeft de meeste van zijn gegevens wel uit onze eerste publicatie "U sijt wellecome" gehaald en onze foto's geplaatst op deze website.

We hebben de "Luxemburgse geschiedenis" gereconstrueerd en van onze herhaalde contacten met deze onderzoeker en andere betrokkenen (de familie en ex-werknemers), weten we het volgende : In 1952 vertrekt Jezelin naar Grevenmacher, met hem vertrekken zijn beste meestergast Valasek Ferdinand (Freddy), zijn commercieel verantwoordelijke Constant Dieudonné Godon en een drie andere medewerkers met hun families. Vooral de taal zorgde ervoor dat deze Vlaams sprekende mensen het niet konden gewoon worden in Luxemburg, zijn ze dan ook vrij snel terug gekeerd naar België. Een ander probleem waar Alfred mee te kampen had was het niet vinden van geschikt personeel om in de glas fabriek te komen werken. Alfred heeft in begin 1953 (februari) twee bevriende glasblazers gevraagd naar Grevenmacher te verhuizen om hem te helpen, hun namen weten we ook: Enax Ehrenfried en Peage Manfred. De fabricage van kerstballen is een erg arbeidsintensief proces, daarom vinden velen van ons ze ook zo mooi. Alleen de beschildering vereist al veel ervaring vereiste om dit snel, efficiënt en mooi uit te voeren. Het bleek onmogelijk om in Luxemburg de productie van kerstballen terug op te startten. Bedenk: in Hemiksem werkten er ongeveer 90 mensen! In 1954 werd Gremoglas gesloten, geen twee jaar werd er geproduceerd. Dit toont aan dat de verhuis naar Luxemburg geen succesverhaal was.

Wat we ook weten is: bij de verhuizing van Hemiksen naar Grevenmacher is de bestaande stock (ook de kerstballen/figuren) mee verhuist. Deze stock werd, in zijn geheel, verkocht aan één winkel in Luxemburg stad namelijk het 'Magasin Lassner' in de 'Rue de la Reine'. Deze winkel bestaat heden ten dage nog steeds! Dit weten we van de toenmalige eigenaar van de winkel. De man was toen wel in de waan dat deze ganse stock afkomstig was van een firma die bankroet was gegaan. Dit is een korte samenvatting uit een hele reeks contacten en bevragingen door ons gedaan, maar waarvan we enkel het essentiële voor de verzamelaar publiceerden: " te Luxemburg in Grevenmacher zijn geen kerstballen/figuren gemaakt………"

We antwoorden hier even op de vragen over verschillende figuren in dikker dan "normaal" glas welke vele verzamelaars bezitten en die sterk doen denken aan de kwaliteit van de Ajeko ballen/ figuren.

Deze zijn van Russiche makelij, het visje dat u hieronder terug vind is zo een bediscuteerd exemplaar , samen met nog vele anderen , zoals een kabouter etc.. dewelke men geregeld terug vind in collecties. Deze figuren zijn vanzelfsprekend steeds zonder glazen oogje en dus dadelijk als NIET Ajeko te herkennen. De verwarring komt omdat sommigen denken dat het glazen oogje is afgebroken, en hopen een uniek exemplaar van Ajeko in handen te hebben. We verwijzen hier naar het prachtige boek , Imperial Russian, Soviet and German christmas ornaments, waar vele van deze figuren in terug te vinden zijn?

Als voorbeeld het bewuste visje, we hebben hier nu reeds bij twee verschillende verzamelaars ( te Gent en te Brugge) eenzelfde exemplaar gevonden, vanzelfsprekend dan ook zonder glazen oogje, en de kenmerken van de Russische productie zijn duidelijk. Het zeer fijne metalen oogje , dik glas, en de scherpe rand op het uiteinde van het halsje. We hopen dat alle mogelijke twijfel nu uit de wereld is geholpen .

Dit is GEEN ajeko, maar een visje van Russiche makelij.

 

Een goede opmerking kregen we van Edmond, hij raad aan ook de achterkant van de contrabas eens te bekijken, er zit steeds een duidelijk putje in de rug juist onder de steel.We mogen niet vergeten dat een beginnende verzamelaar die nog geen viool heeft het misschien lastiger zou hebben de contrabas van de viool te onderscheiden , indien men slecht één van beiden in bezit heeft!

 

Rugzijde van de contrabas steeds met het putje op de rug juist onder de steel.

 

Verzamelaar Pedro meldde dat hij een ronde bal heeft gezien volledig doorzichtig maar toch in gekleurd glas ,( groen in dit geval) , het uitzicht is vergelijkbaar met het groene klokje op Blz.80 van het boek. Hier een foto van zulk een bal in ons bezit. Men ziet blaasjes in het glas van de bal en de schildering is niet ideaal, dat was de mindere kwaliteit van de eerste ballen uit Schelle!!

 

 

Nu we het toch hebben over de oudere modellen hier nog een mooi voorbeeld van de " gesuikerde ballen " waar wat primitieve schildering was op aangebracht . ( foto Inge)

 

 

In de vernieuwde editie zijn de ballen 84 en 220 als afzonderlijke modellen vermeld.

 

84.JPG                 220.jpg

 

Het is tot op heden onduidelijk of bal 220 al da niet een versie van bal 84 is die onvoldoende in de matrijs is geblazen.  Recente vondsten van andere ballen 84 waarin ook eerder putjes dan ruitjes aanwezig zijn blijken die theorie te staven.  Daar hierover geen overeenkomst is bereikt hebben we beide ballen nog met afzonderlijk nummer opgenomen in de catalogus.  Graag hoorden we daar uw mening over.

 

Een gelijkaardige discussie bestaat tussen ballen 44 en 47.  Is dat eenzelfde model dat meer of  minder ver is uitgeblazen of niet.  Terug zijn we altijd geïnteresseerd in jullie opinie hierover.

 

44.JPG                     47.JPG

 

 

Kleur van vleugels van eendjes

                       

Zoals velen wel weten komen de eendjes meestal voor met gele of groene vleugels

Eendjes met vleugels in roze kleur zijn een stuk zeldzamer

In het voorbije jaar zijn er ook twee eendjes met donkerblauwe vleugels opgedoken

Graag hoorden wij of deze kleur nog in andere verzamelingen voorkomt

Hieronder een foto om het kleurpalet te illustreren

 

 

eendjes.jpg

 

Meer over brandgaatjes

Het is lang geleden dat we nog iets in deze sektie van de site hebben bijgevoegd

Ik zie dat vele verzamelaars de bewoordingbrandgaatjesgebruiken als ze naar kerstballen verwijzen die licht beschadigd zijn.  En inderdaad meestal is er een duidelijk zwarte kleur te zien rond de breuk in het glas.  Gelieve te noteren dat de schade aan die ballen niets met brand te maken heeft en dat er een logische verklaring is voor de zwarte kleur.

Ajeko ballen zijn van glas en een kaars kan een bal doen springen naar de kans om een klein gaatje te maken is heel klein

Dus waar komt het zwart vandaan.  Bij de produktie van kerstballen wordt er zilver in de bal ingebracht om de zilvere kleur the produceren.  Zilver is inderdaad zilverkleurig maar als het aan lucht wordt bloodgesteld oxideert het ziver en wordt het zwart.  Iets wat iedereen weet die zilveren objekten in bezit heeft.  Hetzelfde gebeurd met kerstballen en je ziet dan ook een zwarte bovenkant aan elke oude kerstbal.  Soms groter afhankelijk van hoe de bal bewaard is geweest.  Je ziet ook dat de zwarte kleur enkel rond de opening is.

Beeld je nu echter in dat iemand een ajeko kerstbal laat vallen of ergens tegen stoot en er breekt een stukje. Op die plaats komt lucht bij het zilver en rond de breuk veranderd het zilver in zilveroxide dus zwart.

Dus wat vele van ons brandgaatjes noemen hebben niets met brand te maken maar zijn breuken in het glas die vele jaren geleden zijn opgetreden.  Elementaire scheikunde eigenlijk maar wat wij brandgaatjes noemen zijn breuken in het glas die vele Jaren geleden zijn gebeurd